Om te begrijpen hoe osteoporose ontstaat is enige kennis van het skelet vereist. In het skelet wordt voortdurend nieuw botweefsel aangemaakt en oud botweefsel afgebroken. Per jaar wordt er meer dan 10% van de botten vernieuwd.
Het evenwicht tussen de aanmaak en afbraak van botten verandert in de loop der jaren. Bij jonge mensen tot ongeveer 25 jaar is de aanmaak van botweefsel groter dan de afbraak, waardoor de totale botmassa toeneemt. Hierdoor worden de botten zwaarder en steviger. Rond het 25e levensjaar is de piekbotmassa bereikt, deze houdt ongeveer 10 jaar aan. Hierna verandert het evenwicht tussen opbouw en afbraak; de aanmaak van botweefsel is dan kleiner dan de afbraak. Hierdoor worden de botten brozer. Als er overdadige botafbraak plaatsvindt, is er sprake van osteoporose.
Er is een verschil tussen primaire en secundaire osteoporose. Primaire osteoporose treedt spontaan op, bijvoorbeeld door een erfelijke aanleg of door het ouder worden. Secundaire osteoporose is het gevolg van een andere ziekte (bijvoorbeeld reuma en de ziekte van Crohn (chronische ontsteking dikke of dunne darm) of gebruik van medicatie (bijvoorbeeld meer dan 7,5 mg glucocorticoïd per dag gedurende meer dan drie maanden) .